Financieel overzicht
In de volgende tabel staat de top 10 van risico's met de grootste financiële impact, gerangschikt op percentage van invloed.
Nr | Risico | Kans | Financieel gevolg maximaal | Invloed |
---|---|---|---|---|
1 | Voor de meerjarige onderhoudskosten van De Hanzehof zijn onvoldoende middelen beschikbaar gesteld. | 95% | max.€ 3.500.000 | 47.74% |
2 | Claims als gevolg van juridische procedures. | 60% | max.€ 4.200.000 | 19.86% |
3 | Een vereniging of instelling kan niet meer voldoen aan de betalingsverplichting voor rente en aflossing van de lening waarvoor de gemeente een garantie heeft afgegeven. | 50% | max.€ 1.000.000 | 5.25% |
4 | Sociaal Domein Wmo: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. Zorg- en ondersteuningsbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door vergrijzing en beleid gericht op langer zelfstandig wonen. Het aantal aanvragen en de complexe hulpvragen nemen toe. De beweging van het duurdere maatwerk naar algemene voorzieningen moet worden doorontwikkeld. Invoering van het abonnementstarief en AMvB reële prijs Wmo. De bezuinigingen worden niet of niet volledig gerealiseerd. | 50% | max.€ 500.000 | 2.37% |
5 | Sociaal Domein Participatie: Beperkte sturingsmogelijkheden op de kosten van uitkeringen en bijzondere bijstand. Doordat het gaat om open einderegelingen staat op voorhand niet vast in welke mate er een beroep op wordt gedaan. Door Corona kunnen de inkomsten uit de sociale werkvoorziening dalen en kan het beroep op schuldhulpverlening stijgen. Het meerjarig financieel perspectief voor Participatie is onzeker, ook omdat het rijk regelmatig wetgeving wijzigt en nieuwe taken bij gemeenten neerlegt. Het aandeel inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt neemt toe. | 50% | max.€ 500.000 | 2.09% |
6 | Sociaal Domein Jeugdzorg: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. De zorgbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door een mogelijke toename van de zorgvraag, de complexiteit daarvan en de beperkte invloed op externe verwijzers naar Jeugdzorg. | 30% | max.€ 600.000 | 1.68% |
7 | Kosten voor uitkeringen van ex-medewerkers omdat de gemeente verplicht eigenrisicodrager is voor de Werkloosheidswet (WW). | 50% | max.€ 250.000 | 1.47% |
8 | Langdurige uitval van computersystemen door hacken en gijzelsoftware. | 20% | max.€ 1.000.000 | 1.46% |
9 | De prijzen van lopende ICT-contracten kunnen significant stijgen. De leverancier stopt met een ICT-product dat in gebruik is bij de gemeente. | 50% | max.€ 250.000 | 1.25% |
10 | Er wordt onvoldoende invulling gegeven aan de wettelijke regels met betrekking tot de beveiliging van persoonsgegevens en informatiebeveiliging. | 50% | max.€ 200.000 | 1.22% |
Totalen
Totaal maximaal financieel gevolg top 10 risico's: € 12.000.000
Totaal maximaal financieel gevolg overige risico's: € 8.790.000
Totaal maximaal financieel gevolg alle risico's: € 20.790.000
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie (voor de begroting 2022):
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 1 (meerjarige onderhoudskosten De Hanzehof) is verhoogd van € 300.000 naar € 3.500.000 door de keuze van de raad om niet alle meerjarig in beeld gebrachte onderhoudskosten te reserveren.
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 2 (claims als gevolg van juridische procedures) is verhoogd van € 4.000.000 naar € 4.200.000. De gemeente moet mogelijk schadeclaims uitkeren naar aanleiding van schadestaatprocedures.
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 4 (Sociaal Domein: Wmo) is verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Het kanspercentage is verlaagd van 80% naar 50%. Het risico is verlaagd door reëler te begroten en door het nemen van beheersmaatregelen met betrekking tot declaraties van zorgaanbieders, contractmanagement en budgetplafonds.
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 5 (Sociaal Domein: Participatie) is verlaagd van € 700.000 naar € 500.000 omdat de negatieve effecten van Corona minder groot zijn dan eerder werd ingeschat.
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 6 (Sociaal Domein: Jeugdzorg) is verlaagd van € 1.000.000 naar € 600.000. Het kanspercentage is verlaagd van 70% naar 30%. Het risico is verlaagd door reëler te begroten en doordat de raad € 600.000 aanvullend beschikbaar heeft gesteld voor 2022 voor extra kosten door Corona.
- Het risico onder nummer 8 (hacken en gijzelsoftware) was al eerder geïnventariseerd maar staat nu voor het eerst in de top 10 omdat de financiële gevolgen hoger zijn gekwantificeerd.
- Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 10 (beveiliging van persoonsgegevens en informatiebeveiliging) is verlaagd van € 2.000.000 naar € 200.000. Door het nemen van beheersmaatregelen zoals trainingen en het invullen van functies hebben we meer grip op informatiebeveiliging en processen waarin gewerkt wordt met persoonsgegevens.
- Bij de vorige risico-inventarisatie stond het risico met betrekking tot het Programma Rivier in de stad (onvoorziene problemen bij de uitvoering van het project IJsselkade) op nummer 8 in de top 10. Dit risico staat nu niet meer in de top 10 omdat het maximaal financieel gevolg is verlaagd van € 750.000 naar € 200.000. De projectrisico’s zijn grotendeels afgewend.
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 20.790.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het is voor 90% zeker dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 7.922.948. Dit is dan ook onze benodigde weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit is met € 1.327.425 gestegen. Bij de vorige risico-inventarisatie bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit namelijk € 6.595.523.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die we hebben om de risico's in financiële zin af te dekken. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gebaseerd op de stand per 31 december 2021.
Algemene reserve* | € 10.156.000 |
---|---|
Restant voor onvoorzien | € 93.500 |
Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf (niet geblokkeerd deel)** | € - |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | € 10.249.500 |
** Het niet geblokkeerde deel van de reserve exploitatieresultaten grondzaken is reeds in mindering gebracht op de risico’s van de grondexploitaties.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen voldoende is, moet de relatie worden gelegd tussen:
1. de financieel gekwantificeerde risico's en
2. de daarbij gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit
Onderstaande figuur laat de relatie zien:
Risico's | Weerstandscapaciteit | |
---|---|---|
Bedrijfsproces, Financieel | Algemene reserve (niet geblokkeerd deel) | |
Letsel / Veiligheid | Restant voor onvoorzien | |
Materieel, Milieu | Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf | |
Personeel / arbo | (niet geblokkeerd deel) | |
Product | ||
↓ | ↓ | |
Weerstandsvermogen |
Ratio weerstandsvermogen
Als we de benodigde weerstandscapaciteit, die uit de risicosimulatie voortvloeit, afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, ontstaat als uitkomst de volgende ratio:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 10.249.500 | = 1.3 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 7.922.948 |
Onderstaande normtabel biedt een waardering van de berekende ratio. De normtabel is ontwikkeld door Naris in samenwerking met de Universiteit Twente. De formele ratio van onze gemeente valt per 31 december 2021 in klasse C. Dit duidt op voldoende. In het gemeentelijk beleid is echter vastgelegd dat de ratio weerstandsvermogen minimaal 1,5 moet zijn.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | <0.6 | Ruim onvoldoende |
Verloop van de ratio
Onderstaand figuur laat het verloop zien van de ratio weerstandsvermogen en de -capaciteit.
Toelichting bij de X-as (horizontale as): deze as is opgesteld op basis van de chronologische volgorde van het maken van het gemeentelijk risicoprofiel. Eind 2020 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2020 (R2020), zomer 2021 maken we het risicoprofiel voor de begroting 2022 (B2022) en eind 2021 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2021 (R2021). In chronologische volgorde wordt het dan R2020, B2022 en R2021.
Prijsstijgingen grondstoffen
Als gevolg van enkele mondiale oorzaken zijn de bouwkosten in Nederland binnen een kort tijdsbestek extreem gestegen en momenteel nog aan het stijgen. Prijsstijgingen van enkele tientallen procenten binnen een tijdsbestek van één of enkele weken zijn geen uitzondering meer. Omstandigheden díe daartoe bijdragen zijn onder meer de (nasleep van de) Coronacrisis, de stijgende energieprijzen en vooral de schaarste en prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne en bijbehorende sancties tegen Rusland. Onduidelijk is of en hoe lang de prijsstijgingen aanhouden. Dit brengt risico's en onzekerheid met zich mee voor zowel bestaande overeenkomsten als ook voor nieuw te sluiten overeenkomsten. Op balansdatum is rekening gehouden met de op dat moment bekende prijsstijgingen van 1.4%, de forse stijging van begin 2022 is echter een gebeurtenis na balansdatum die niets zegt over de situatie op balansdatum maar wel iets zegt over de situatie na balansdatum en voordat de jaarstukken worden vastgesteld.
De forse stijging van de prijzen in het begin van 2022 heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2021, maar mogelijk wel voor de jaarrekening 2022 en onze begroting 2023 en mogelijk voor de jaren daarna. De effecten van de prijsstijgingen zijn op dit moment onzeker,waarbij ook de financiële impact nu onmogelijk te bepalen is. We monitoren onze risico’s voortdurend. Met betrekking tot de balansposities aangaande de grondexploitaties zijn deze met de kennis per 31 december 2021 beoordeeld op een toereikende waardering. De toename en ontwikkeling van de prijsstijgingen in 2022 kan mogelijk leiden tot onzekerheden aangaande de terugverdiencapaciteit van de grondexploitaties in 2022 en de jaren daarna. Zoals geschetst in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de mogelijke financiële effecten van de prijsstijgingen nog niet meegenomen in de actualisatie van de risico’s in de jaarrekening 2021. Bij de begroting 2023 verwachten wij een actualisatie van de risico’s inclusief de gevolgen van de prijsstijgingen te kunnen geven. Verder informeren wij de raad tussentijds over de risico’s en beheersmaatregelen ten gevolge van deze prijsstijgingen.
Verplichte financiële kengetallen
Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting/jaarrekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Gemeenten zijn op grond van artikel 11 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij ministeriële regeling is vastgesteld hoe de kengetallen worden berekend en hoe deze in de begroting en jaarrekening moeten staan.
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | ||
---|---|---|---|
Verslag 2020 | Begroting 2021 | Verslag 2021 | |
Netto schuldquote | 69% | 101% | 60% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 58% | 90% | 51% |
Solvabiliteitsratio | 21% | 14% | 27% |
Grondexploitatie | 6% | 5% | 2% |
Structurele exploitatieruimte | 2% | -1% | 2% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | 94% | 100% | 99% |
Signaleringswaarden
Er is geen wettelijke normering voor de kengetallen. Het Ministerie van BZK heeft samen met enkele provincies, waaronder de provincie Gelderland, signaleringswaarden opgesteld waaraan de kengetallen kunnen worden getoetst. De signaleringswaarden zijn in 3 categorieën verdeeld, waarbij categorie A als minst en categorie C als meest risicovol wordt bestempeld.
Omschrijving | Signaleringswaarden | ||
---|---|---|---|
Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | begr. en mjr. >0% | begr. of mjr. >0% | begr. en mjr. <0% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Op verzoek van de auditcommissie worden de relevante financiële kengetallen ook grafisch weergegeven.
Toelichting financiële kengetallen
Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote laat de hoogte van de schuldenlast van de gemeente zien ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft geen probleem te zijn. Een hoge schuld kan ontstaan doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden kunnen vervolgens weer doorgeleend zijn aan derden die op hun beurt weer aflossen. Dan hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
De netto schuldquote wordt gecorrigeerd voor alle doorgeleende gelden zodat we weten hoeveel geld er is doorgeleend.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Als er een hoge schuld is en veel eigen vermogen, hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Daar is bijvoorbeeld sprake van als een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente.
Grondexploitatie
Als gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een project hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van deze schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de woningbouwprojecten kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lager solvabiliteitsratio.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De onroerende zaakbelasting (OZB) is voor gemeenten de belangrijkste eigen belasting inkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven. Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt ook gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet gebruikt wordt.
Niet verplichte financiële kengetallen
Naast de verplichte financiële kengetallen wordt op advies van de Auditcommissie een aantal niet verplichte financiële kengetallen opgenomen. Deze kengetallen worden gebruikt voor het op hoofdlijnen inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente Zutphen.
Exploitatieresultaten | jaarrekeningen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Jaar | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 |
Totale lasten | 155.360 | 177.366 | 175.832 | 179.850 | 186.206 |
Totale baten | -167.181 | -184.897 | -173.698 | -170.217 | -169.317 |
Resultaat vóór bestemming | -11.821 | -7.531 | 2.134 | 9.636 | 16.889 |
Storting in reserves | 12.218 | 6.415 | 10.208 | 11.672 | 21.352 |
Onttrekking aan reserves | -11.068 | -9.086 | -15.623 | -19.366 | -39.100 |
Saldo inzet reserves | 1.150 | -2.671 | -5.415 | -7.694 | -17.748 |
Resultaat na bestemming reserves | -10.671 | -10.202 | -3.281 | 1.942 | -859 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een voordelig resultaat | |||||
Reserves/eigen vermogen | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 |
Algemene reserve* | 10.156 | 5.381 | 5.380 | 6.081 | 13.073 |
Bestemmingsreserves | 37.802 | 31.225 | 30.616 | 37.270 | 37.115 |
Jaarresultaat | 10.671 | 10.202 | 3.281 | -1.942 | 859 |
Totaal eigen vermogen | 58.629 | 46.808 | 39.277 | 41.409 | 51.047 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
* Exclusief jaarrekeningresultaat | |||||
Financiering | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 |
Reserves/eigen vermogen | 47.958 | 36.606 | 35.996 | 43.351 | 50.188 |
Jaarresultaat | 10.671 | 10.202 | 3.281 | -1.942 | 859 |
Voorzieningen | 14.278 | 11.834 | 10.204 | 8.663 | 7.946 |
Schulden op lange termijn | 111.545 | 123.166 | 132.756 | 131.768 | 115.084 |
Beschikbare middelen | 184.452 | 181.808 | 182.237 | 181.840 | 174.077 |
Vaste bezittingen | 180.686 | 178.603 | 177.144 | 180.792 | 180.925 |
Voorraden | 7.392 | 15.554 | 27.925 | 27.371 | 30.615 |
Vastgelegd op lange termijn | 188.078 | 194.157 | 205.069 | 208.163 | 211.540 |
Nog te financieren/kortlopende financiering | -3.626 | -12.349 | -22.832 | -26.323 | -37.463 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
Risico's bouwgronden | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 |
Voorraden onderhanden werk | 7.392 | 15.554 | 27.924 | 27.369 | 30.613 |
Verliesverwachtingen (Netto Contant Waarde) | -3.294 | -4.973 | -3.002 | -9.522 | -8.396 |
Voorzieningen voor verliezen | 3.294 | 4.973 | 5.494 | 11.745 | 10.948 |
Reserve GZ exploitatieresultaten | 4.855 | 3.138 | 3.267 | 5.540 | 1.564 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat |