Overzicht producten per programma

Product 421 Onderwijshuisvesting- lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 588.000 op de lasten zijn:

• € 143.000 Structureel nadeel belastingen door waardestijging bovenbouw vrijeschool aan de Weerdslag en de overdracht naar onderwijs van een stuk grond aan de Keucheniusstraat.
• € 66.000 voordeel overige goederen in diensten diverse schoolgebouwen
• € 58.000 nadeel verbouw Berkenlaan 106
• € 13.000 nadeel onderhoud overige schoolgebouwen
• € 196.000 voordeel op het onderhoud van de diverse gymnastieklokalen. Door capaciteitsgebrek bij de team vastgoed is alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud opgepakt.
• € 37.000 nadeel overige kosten huisvesting onderwijs. Dit nadeel is het saldo van vele kleine voor- en nadelen bij alle schoolgebouwen samen.
• € 948.000 incidenteel nadeel door de SUVIS-regeling (specifieke uitkering ventilatie in scholen) Dit bedrag is betaald aan diverse schoolbesturen en ontvangen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Hierdoor een incidenteel voordeel bij de baten
•  € 245.000 structureel voordeel op de kapitaallasten. Door de fusie van Het Baudartius en het Stedelijk zijn alle renovatie en uitbreidingsplannen aangepast, wordt nu gekozen voor nieuwbouw op een nieuwe locatie en maakt het Isendoorn gebruik van het pand aan de Berkenlaan in plaats van nieuwe noodlokalen. Daarnaast zijn de bouwplannen voor een school aan de Keucheniusstraat opgeschort..

Product 421 Onderwijshuisvesting - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 1.100.000 op de baten zijn:

• € 12.000 structureel  voordeel door verhuur van een deel van de Paulus potterstraat 4 voor kinderopvang
• € 70.000 voordeel door de afrekening van de staat van onderhoud vml. De Wegwijzer”
• € 70.000 incidenteel voordeel door de afrekening exploitatiekosten de Waaier en de Mene voorgaande jaren
• € 948.000 incidenteel voordeel door de SUVIS-regeling.

Product 421 Onderwijshuisvesting – lasten mutaties reserves

• € 512.000 nadeel € 512.000 door een hogere toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting. Behalve salariskosten worden alle kosten cq opbrengsten van het product 421 verrekend met de Reserve huisvestingsbeleid onderwijs. Dit is een “gesloten systeem”, voor- en nadelen worden verrekend met deze reserve, opdat de doelstelling van Onderwijshuisvesting planmatig gerealiseerd wordt en de kosten gelijkmatig over de jaren worden verdeeld. Binnen de jaarrekening leidt dit uiteindelijk niet tot een financieel resultaat.

Product 422 Lokaal onderwijsbeleid - lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 72.000 op de lasten zijn:

• € 187.000 nadeel onderwijsachterstandenbeleid door de start van drie nieuwe initiatieven voor voor- en vroegschoolse educatie. Hierdoor € 187.000 hogere baten. Het saldo van de lasten en baten onderwijsachterstandenbeleid komt ten laste van de rijksuitkering.
• € 41.000 incidenteel voordeel subsidieregeling peuteropvang
• € 55.000 incidenteel nadeel leerlingenvervoer. Ten opzichte van de begroting 2020 is de begroting 2021 €369.500 verlaagd op basis van de cijfers zoals bekend bij het opstellen van de begroting 2021. In werkelijkheid zijn de kosten € 112.000 lager. Daardoor is een nadeel ontstaan. Bovendien is de COVID bijdrage voor lockdown 1 en 2 2020 in 2021 afgerond.
• € 93.000 nadeel bij het project leerplicht RMC doordat de salariskosten voor een groter deel zijn toegerekend aan dit project.. Het saldo van de lasten en baten Leerplicht RMC komt ten laste van de rijksuitkering dus ook hogere baten.

Product 422 Lokaal onderwijsbeleid - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 73.000 op de baten zijn:

• € 187.000 nadeel onderwijsachterstandenbeleid en € 101.000 voordeel RMC zoals toegelicht bij de lasten.

Product 530 Sport - lasten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 124.000 op de lasten zijn:

• € 150.000 voordeel lagere kapitaallasten doordat een groot aantal projecten doorlopen naar 2022. De kapitaallasten worden voor een groot deel onttrokken aan de reserve. Er wordt dus ook minder onttrokken aan de reserve dan geraamd.
• € 49.000 nadeel kosten Hanzehal voornamelijk veroorzaakt door hogere energiekosten
• € 12.000 voordeel  uitgaven sporthal de Kei. Voor deze sportaccommodatie is nog geen duidelijkheid over de BTW positie. In de begroting is de BTW niet meegenomen, in de werkelijke cijfers wel. Deze BTW wordt via de specifieke uitkering stimulering Sport terug ontvangen.
• € 17.000 nadeel uitgaven sportvelden
• € 27.000 voordeel  jeugdsubsidieregeling sport
• € 50.000 incidenteel nadeel  Sportpark Zuidveen. Voor de integratie van het sportpark met de omgeving, sporten de wijk in en wijkvoorzieningen op het sportpark heeft de provincie Gelderland geld beschikbaar gesteld. Dit project heeft tot juni 2020 stilgelegen daarom heeft de provincie heeft de subsidietermijn verlengd. Hierdoor zijn de lasten en baten in 2021 € 50.000 hoger.
• € 173.000 incidenteel nadeel voor de oprichting van het sport en accommodatie bedrijf Sport B.V. heeft inhuur plaatsgevonden. In het Businessplan oprichting Sport- en accommodatiebedrijf is € 75.000 opgenomen voor implementatiekosten. Dit bedrag is niet opgenomen in de gemeentelijke begroting.
• € 30.000 voordeel buurtsportcoaches. In 2021was er geen buurtsportcoach via de GGD actief en is er geen alternatieve invulling gegeven aan de taken die de GGD uitvoerde in 2021.Vanaf 2022 worden deze taken uitgevoerd door ZSA.

Product 530 Sport - baten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 292.000 op de baten zijn:

• € 114.000 incidenteel voordeel Hanzehal doordat de huur en exploitatievergoedingen voor de kantine en de kegelbanen 2020 verwerkt zijn in 2021
• € 50.0000 incidenteel hogere inkomst sportpark Zuidveen vanwege een provinciale subsidie. Tegenover deze hogere inkomsten staan ook hogere lasten.
• € 59.000 incidenteel hogere inkomst specifieke uitkering stimulering Sport. Omdat de btw-vrijstelling sport is verruimd waardoor de btw met ingang van 1-1-2019 de kostprijs verhoogd kan de gemeente ter compensatie een subsidie aanvragen. De hoogte van deze subsidie wordt bepaald door de werkelijk met btw belaste uitgaven.
• € 58.000 incidenteel voordeel ontvangen subsidie Sportakkoord.

Product 600 Uitstroombevordering - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van €1.305.000 op de lasten zijn:

• € 770.000 incidenteel voordeel vanwege nog niet ingezette middelen voor de meerjarige projecten die worden gedekt uit de reserve. Dit betreffen het investeringsprogramma sociaal domein (begroot € 650.000) en doorontwikkeling sociaal domein (begroot € 519.000). De reserve investeringsprogramma sociaal domein is bij de resultaat bestemming in 2020 ingesteld. De reserve doorontwikkeling sociaal domein  is conform Raadsbesluit 04-11-2019 ingesteld voor dit doel (Griffienummer: 2019-0089). De restant uitgaven worden gedaan in 2022. Het voordeel aan de lastenkant heeft een lagere onttrekking van de reserve tot gevolg.
• € 40.000 incidenteel voordeel vanwege minder uitgaven voor het project werkmakers. De raming van het project is volledig opgenomen voor € 80.000 terwijl de gelden niet in één jaar worden uitgegeven maar in 2021 en 2022. Tegenover dit voordeel ontstaat een nadeel op de baten van idem € 40.000 waardoor de afwijking per saldo nul is.
• € 210.000 incidenteel voordeel vanwege een eenmalige afrekening van de GR Delta (Burap 1 gemeld). Het voordeel is het gevolg van de incidentele afrekening compensatie van betaalde transitievergoedingen voor medewerkers die uit de Wsw zijn gestroomd.
  De intentie was om een deel van het incidentele voordeel in te zetten voor integraal werken in het sociaal domein. Het budget is gereserveerd voor ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding (WerktMee). De instroom van toetreders heeft zich in 2021 nog niet voorgedaan, de invoering van de budgetplafonds binnen de Wmo geven hiervoor een mogelijke verklaring, een opgelegd budgetplafond kan voor zorgaanbieders aanleiding zijn geweest om niet op nieuwe producten in te willen zetten.   
• € 50.000 voordeel vanwege iets lagere salariskosten van de Wsw, op het totaal begrote bedrag aan salariskosten van ruim € 9 miljoen is een voordeel ontstaat van circa € 50.000. (Burap 2 gemeld)
• € 95.000 voordeel participatie budget. Er zijn minder uitgaven op de diverse onderdelen van het participatie budget, waaronder scholingsuitgaven, reis- en verblijfskosten en medische adviezen, dit ligt iets hoger dan in de Burap gemeld.
• € 59.000 voordeel afrekening met buitengemeente. De daadwerkelijke afrekening valt lager uit. De afrekening vindt plaats op basis van de aangeleverde realisatiecijfers standaard eenheid (SE) Wsw. (Burap 2 actualisatie)
• € 45.000 minder uitgaven overige personeelskosten Wsw. Deze onderbesteding komt voornamelijk omdat de focus de laatste maanden van 2021 primair was gericht op het continueren van werkzaamheden voor de Wsw doelgroep vanaf 2022.  Hierdoor verschuiven een aantal prioriteiten die in 2022 worden uitgevoerd. (Burap 2 actualisatie)

Product 600 Uitstroombevordering - baten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 103.000 op de baten zijn:

• € 75.000 betreft een incidenteel voordeel vanwege ontvangen gelden voor Lager Inkomens Voordeel (LIV). De lager inkomens voordeel over 2020 is in 2021 ontvangen. (Burap 2)
• € 40.000 betreft een hogere inkomst vanuit detacheringsvergoedingen. De werkelijke detacheringsvergoedingen zijn hoger dan oorspronkelijk geraamd. Geraamd was een inkomst van € 1.25 miljoen en er is in rekening gebracht € 1.29 miljoen, in 2021 is ingezet op het terugdringen van het aantal medewerkers dat is gedetacheerd tegen nultarief.   

Product 600 uitstroombevordering – baten mutaties reserves

• € 772.000 incidenteel nadeel vanwege lagere onttrekkingen aan de reserve sociaal domein en de reseve doorontwikkeling sociaal domein. Omdat 2 meerjarige projecten nog niet zijn afgerond wordt er ook minder onttrokken aan de reserves die hiervoor als dekking worden ingezet. Dit betreffen nog niet ingezette middelen voor de meerjarige projecten die worden gedekt uit de reserves. De reserve investeringsprogramma sociaal domein is bij de resultaat bestemming in 2020 ingesteld. De reserve doorontwikkeling sociaal domein  is conform Raadsbesluit 04-11-2019 ingesteld voor dit doel (Griffienummer: 2019-0089). De restant uitgaven worden gedaan in 2022.

Product 605 Minimabeleid - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 248.000 op de lasten zijn:

• € 683.000 incidenteel nadeel ten opzichte van de begroting vanwege de uitgaven voor de TONK regeling vanwege corona. Tegenover deze extra lasten staan baten in programma 6. (Burap 1 en 2 2021)
• € 211.000 voordeel op de Meedoen-regeling en het Kindpakket. In 2021 heeft Covid wederom effecten gehad op de uitgaven van het minimabeleid. De sluiting van sportscholen en zwembaden i.v.m. Covid, het tijdelijk stilleggen van de verschillende activiteiten, verklaart waarom er minder aanvragen voor de Meedoen-regeling en het Kindpakket zijn. (Burap 1, 2 en 2 actulisatie 2021)
• € 760.000 voordeel op bijzondere bijstand. Onder andere als gevolg van de coronacrisis doet  ook in 2021 een aantal kosten waarvoor bijzondere bijstand verstrekt kan worden, zich tijdelijk minder voor. Ondanks inspanningen door middel van een communicatieoffensief en enige versoepeling van de coronamaatregelen in enkele maanden in 2021 is er nauwelijks een toename van het aantal aanvragen geweest. Inlooplocaties, waaronder de Henri Dunantweg en wijkcentra, zijn het hele jaar niet of beperkt toegankelijk geweest voor inwoners. Vooral de onverwachte lockdown in het laatste kwartaal van het jaar heeft veel acties om het bereik te vergroten teniet gedaan. Omdat de uitgaven voor minimabeleid achterblijven op de begroting gaan we in 2022 de middelen deels op een andere wijze inzetten: een herziene gemeentepolis en innovatief schuldenbeleid om daarmee armoede te voorkomen. (Burap 1, 2 en 2 actualisatie)

Product 605 Minimabeleid - baten
De belangrijkste verklaring voor het voordeel van € 46.000 op de baten  is:  

• € 46.000 hogere baten wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere ontvangsten vanuit de leenbijstand. De hogere ontvangsten vanuit leenbijstand zijn het gevolg van de invoering van de aanvullende versoberingen op het minimabeleid in 2020 (duurzame gebruiksgoederen worden als lening verstrekt).

Product 610 Inkomstenvoorziening - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het nadeel van € 1.274.000 op de lasten zijn:

• € 2.606.000 incidenteel nadeel vanwege de TOZO regeling. Zie ook de toelichting onder de baten. Het voordelig saldo op de TOZO regeling ad € 220.000 betreft een bijdrage vanuit het Rijk voor de uitvoeringskosten van de TOZO regeling. Door een effectieve en kostenefficiënte uitvoering van de TOZO is op de uitvoeringskosten een voordeel gerealiseerd. Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld het saldo bedrag in de bestemmingsreserve Corona te storten.
• € 853.000 voordeel op de bijstandsuitkeringen. Bij het opstellen van de begroting in 2020 is uitgegaan van de landelijke prognose (CBS) dat het aantal bijstandsuitkeringen met 6-8% toeneemt. De coronacrisis was toen net uitgebroken en de inschatting was dat dit een aanzienlijke groei van het aantal bijstandsuitkeringen tot gevolg zou hebben. In werkelijkheid blijkt dat deze toename in het aantal bijstandsuitkeringen in 2021 is uitgebleven. Op de totale bijstandslasten van ruim € 21 miljoen is dit een afwijking van circa 4%. Overigens ontstaat ten opzichte van de gemeentebegroting een voordeel. Echter wanneer we de gebundelde uitkering (Rijksbijdrage bijstand) afzetten tegen de werkelijke bijstandslasten zijn we nog steeds een nadeelgemeente. (Burap 2 actualisatie)
• € 152.000 voordeel vanwege lagere dotatie aan de voorzieningen dubieuze debiteuren sociale zaken. In de begroting is rekening gehouden met een dotatie aan de voorziening. Aan het einde van het jaar wordt op basis van de werkelijke uitstaande vorderingen bepaald wat de dotatie aan de voorziening moet zijn. De actualisatie van de voorziening wijkt altijd af van de raming.
• € 327.000 voordeel apparaatslasten. Dit voordeel valt weg tegen voor- en nadelen op de apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein. De salariskosten worden op grond van BBV voorschriften toegerekend aan de verschillende producten.

Product 610 Inkomstenvoorziening- baten   
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 3.216.000 op de baten zijn:

• € 2.819.000 incidenteel voordeel vanwege de Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers (Tozo).  Zie ook de toelichting onder de baten. Het voordelig saldo op de Tozo ad
  €220.000 betreft een bijdrage vanuit het Rijk voor de uitvoeringskosten van de Tozo. Door een effectieve en kostenefficiënte uitvoering van de Tozo is op de uitvoeringskosten een voordeel gerealiseerd. Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld het saldo bedrag in de bestemmingsreserve Corona te storten.
• € 247.000 voordeel door een hogere rijksbijdrage gebundelde uitkering. De gebundelde uitkering wordt ieder jaar eind september definitief voor het betreffende boekjaar. In 2021 is het definitieve macrobudget hoger dan wat in de primitieve begroting is opgenomen. Voor de Gemeente Zutphen is de uitkering 2021 definitief vastgesteld op 19.7 miljoen. (Burap 2 actualisatie)
• € 72.000 voordeel vanwege vrijval voorziening sociaal domein. Dit voordeel is ontstaat omdat een deel van de voorziening is vrijgevallen wegens oninbaar verklaarde debiteuren.
• € 78.000 voordeel apparaatslasten. Dit voordeel valt weg tegen voor- en nadelen op de apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein. De salariskosten worden op grond van BBV voorschriften toegerekend aan de verschillende producten.

Product 620 Maatschappelijk Zorg - lasten

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 29.000 op de lasten zijn:

• € 532.000 nadeel Begeleiding, Respijt & Verzorging. De verplichting 2020 is € 79.000 te laag gebleken na het ontvangen van alle productie-en controleverklaringen. Dit bleek uit de extra controle in verband met de afspraken over coronabijdragen. Hieruit bleek dat aanbieders niet alles over 2020 juist hadden gedeclareerd. Dit zorgde voor extra declaraties over 2020 in 2021. Dit geeft een nadeel in 2021. (Burap 1 actualisatie).
  De oorzaak van het tekort is dat meerder aanbieders boven het budgetplafond hebben gefactureerd, onder andere omdat het budgetplafond bij een deel van de aanbieders aantoonbaar te laag is vastgesteld (de in 2020 vastgestelde budgetplafonds weken af van de productieverklaringen begin 2021). Waar nodig zijn de budgetten opgehoogd om te zorgen dat de noodzakelijke zorg kon worden voortgezet. Daarnaast hebben we meerkosten aan contractmanagement (Burap 2).  
  Er is een voordeel van € 23.000 ontstaan door het niet uitnutten van het innovatiebudget voor de invoering van Werkt Mee producten.  De invoering is later op gang gekomen dan verwacht.
• € 135.000 nadeel huishoudelijke zorg. De verplichting 2020 is € 43.000 te laag gebleken na het ontvangen van alle productie- en controleverklaringen. Dit geeft een nadeel in 2021. Doordat Corona langer aanhoudt dan verwacht, lijkt de verwachte cliëntengroei minder hoog uit te vallen. We zien wel dat indicaties van sommige cliënten (tijdelijk) opgehoogd worden als gevolg van toegenomen beperkingen door Long COVID. In de algemene uitkering hebben we compensatie van het rijk ontvangen voor onder andere deze Coronaeffecten (programma 6). De indexering van de tarieven was iets minder hoog dan begroot.  Hierdoor is er, ondanks dat de was-en strijkservice geen doorgang vindt, sprake van een relatief laag tekort op het budget Huishoudelijke Zorg. (Burap 1 en Burap 1 actualisatie)
• € 26.000 incidenteel nadeel continuiteitsbijdrage en meerkostenregelng corona 2020 voor huishoudelijke zorg en begeleiding. Dit nadeel wordt gedekt uit de reserve coronaeffecten.
• € 120.000 voordeel individuele hulpmiddelen. Mensen (en dan vooral de kwetsbare inwoners) gingen er minder vaak op uit door Corona en dat is terug te zien in het verminderde aantal aanvragen voor een rolstoel of een vervoersvoorziening. Het indexatiepercentage is daar in tegen hoger dan waarmee in de begroting rekening is gehouden (3,2%, begroot 1,6%). (Burap 1).
•  €323.000 voordeel vraagafhankelijk vervoer. Het resultaat is conform de verwachte jaarcijfers Plus OV. Het verwachte voordeel in 2021 wordt verklaard door minder gereden ritten als gevolg van de Covid 19 pandemie. Op grond hiervan heeft Plus OV het 4e kwartaal niet geïnd bij de gemeenten. Daarnaast wordt het voordeel voor € 87.000 veroorzaakt door een voordeel jaarrekening Plus OV 2020. Een klein deel van het voordeel a € 26.000 wordt veroorzaakt door een gedeeltelijke vrijval reserve uittreding Plus OV (Burap 1actualisatie en Burap 2 actualisatie).
• € 41.000 voordeel vervoer dagbesteding (burap 1 actualisatie)
• € 172.00 incidenteel voordeel Beschermd wonen. In 2021 zijn er minder uitgaven gedaan ten behoeve van Beschermd wonen. Dit voordeel valt weg tegen een lagere onttrekking aan de beklemde middelen Beschermd wonen bij de baten.
• € 21.600 structureel voordeel Asielzoekerscentrum Voorsterallee door het niet inzetten van het budget voor calamiteiten. Het budget is alleen ingezet voor een jaarlijks onderzoek.
• € 60.000 incidenteel voordeel sluitende aanpak personen met verward gedrag. De loonkosten voor team veiligheid voor procesregie, verkennend onderzoek en ondersteuning is ten laste gebracht van de loonsom (zie product 140).
• € 13.500 voordeel Zutphen regenbooggemeente. In 2021 zijn minder uitgave gedaan ten behoeve van Regenbooggemeente Zutphen. Dit voordeel valt weg tegen een lagere onttrekking aan de reserve regenboog gemeente.
• € 31.000 incidenteel voordeel thematafel eenzaamheid. Afgelopen zomer is een breed gedragen plan van aanpak vastgesteld. Op basis van het plan van aanpak is een aantal activiteiten uitgewerkt, maar de tijdspanne was te kort om deze volledig in 2021 uit te voeren.
• € 167.000 nadeel apparaatslasten. Dit nadeel valt weg tegen de voordelen op apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein.

Product 620 Maatschappelijk Zorg - baten

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 190.000 op de baten zijn:

• € 28.000 nadeel reizigersbijdrage vraagafhankelijk vervoer (Plus OV)
• € 13.500 incidenteel nadeel regenboog reserve. Door minder uit te geven in 2021 aan de regenbooggemeente is er een lagere onttrekking aan de reserve. Dit nadeel leidt 1 op 1 tot een voordeel bij de lasten.
• € 172.000 incidenteel nadeel Beschermd wonen. Door minder uit te geven in 2021 is er een lagere onttrekking aan de beklemde middelen Beschermd wonen. Dit nadeel leidt 1 op 1 tot een voordeel bij de lasten.

• € 26.000 incidenteel voordeel Reserve coronaeffecten. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel bij de lasten.

Product 631 Sociaal cultureel werk - lasten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 274.000 op de lasten zijn:

• € € 275.000 incidenteel nadeel het Warnshuus. Het toekennen van een eenmalige exploitatiebijdrage over de jaren 2019, 2020 en 2021 levert een nadeel op. Door de toekennen kan de huurachterstand ingelost worden en is de exploitatie tot en met 2021 sluiten. Het Warnshuus gaat nu schuldenvrij over naar het sportbedrijf. (Burap 2 actualisatie gemeld in programma 5)

Product 631 Sociaal cultureel werk - baten   
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.

Product 650 Kinderopvang - lasten
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.
Product 650 Kinderopvang – baten
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.

Product 710 Volksgezondheid - lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 181.000 op de lasten zijn:

• € € 42.000 incidenteel voordeel Jeugdbescherming veilig thuis. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel in de baten.
• € 128.000 Preventie jeugd. Dit deels incidentele voordeel bestaat o.a. uit een voordeel op # opladers van € 26.000, een onderbenutting van het communicatiebudget van 15.000 en het minder nodig hebben gehad van het budget huisartsenpilots.
• € 55.200 deels incidenteel voordeel thematafel gezond in de stad.  Dit voordeel is ontstaan doordat in 2021 met succes middelen bij het Rijk zijn aangevraagd voor het lokale preventie akkoord. Een deel van dit voordeel leidt tot een nadeel in de baten (Burap 2 actualisatie).
• € 64.600 incidenteel voordeel thematafel opvoed en opgroei ondersteuning. Dit voordeel is ontstaan door teruggave van subsidies over het jaar 2020 bij partners vanwege het niet volledig uitvoeren van de afgesproken activiteiten (Burap 2 actualisatie).
• €275.000 incidenteel nadeel Corona uitgaven. Dit betreft onder andere het verlenen van subsidie voor extra jongerenwerk inzet in Coronatijd. Dit nadeel wordt gedekt uit de reserve corona-effecten.
• € 107.000 incidenteel voordeel thematafel schooluitval-werkloosheid. Extra uitgaven werden verwacht i.v.m. extra binnen gekomen middelen van derden. Deze uitgaven schuiven echter door naar 2022. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel bij de baten.

Product 710 Volksgezondheid - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 81.000 op de baten zijn:

• € € 62.200 incidenteel nadeel in verband met een lagere onttrekking uit de reserve. Dit nadeel valt 1 op 1 weg tegen een voordeel in de lasten (Jeugdbescherming veilig thuis en thematafel gezond in de stad)
• € 97.500 incidenteel nadeel i.v.m. met het niet inzetten van de van derden ontvangen beklemde middelen. Deze opbrengsten zullen ten gunste van 2022 komen. Zie voordeel bij de lasten.

Product 423 Volwasseneneducatie - lasten

De belangrijkste verklaring voor het voordeel van € 53.000 op de laten is:

• € 53.000 incidenteel voordeel vanwege lagere uitgaven ten behoeve van taalhuis. Er zijn minder uitgaven geweest door nadere afspraken over kwaliteit en resultaat.

Product 423 Volwasseneneducatie- baten
Aan de batenkant van dit product zijn geen afwijkingen gerealiseerd.

Product 421 Onderwijshuisvesting- lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 588.000 op de lasten zijn:

• € 143.000 Structureel nadeel belastingen door waardestijging bovenbouw vrijeschool aan de Weerdslag en de overdracht naar onderwijs van een stuk grond aan de Keucheniusstraat.
• € 66.000 voordeel overige goederen in diensten diverse schoolgebouwen
• € 58.000 nadeel verbouw Berkenlaan 106
• € 13.000 nadeel onderhoud overige schoolgebouwen
• € 196.000 voordeel op het onderhoud van de diverse gymnastieklokalen. Door capaciteitsgebrek bij de team vastgoed is alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud opgepakt.
• € 37.000 nadeel overige kosten huisvesting onderwijs. Dit nadeel is het saldo van vele kleine voor- en nadelen bij alle schoolgebouwen samen.
• € 948.000 incidenteel nadeel door de SUVIS-regeling (specifieke uitkering ventilatie in scholen) Dit bedrag is betaald aan diverse schoolbesturen en ontvangen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Hierdoor een incidenteel voordeel bij de baten
•  € 245.000 structureel voordeel op de kapitaallasten. Door de fusie van Het Baudartius en het Stedelijk zijn alle renovatie en uitbreidingsplannen aangepast, wordt nu gekozen voor nieuwbouw op een nieuwe locatie en maakt het Isendoorn gebruik van het pand aan de Berkenlaan in plaats van nieuwe noodlokalen. Daarnaast zijn de bouwplannen voor een school aan de Keucheniusstraat opgeschort..

Product 421 Onderwijshuisvesting - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 1.100.000 op de baten zijn:

• € 12.000 structureel  voordeel door verhuur van een deel van de Paulus potterstraat 4 voor kinderopvang
• € 70.000 voordeel door de afrekening van de staat van onderhoud vml. De Wegwijzer”
• € 70.000 incidenteel voordeel door de afrekening exploitatiekosten de Waaier en de Mene voorgaande jaren
• € 948.000 incidenteel voordeel door de SUVIS-regeling.

Product 421 Onderwijshuisvesting – lasten mutaties reserves

• € 512.000 nadeel € 512.000 door een hogere toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting. Behalve salariskosten worden alle kosten cq opbrengsten van het product 421 verrekend met de Reserve huisvestingsbeleid onderwijs. Dit is een “gesloten systeem”, voor- en nadelen worden verrekend met deze reserve, opdat de doelstelling van Onderwijshuisvesting planmatig gerealiseerd wordt en de kosten gelijkmatig over de jaren worden verdeeld. Binnen de jaarrekening leidt dit uiteindelijk niet tot een financieel resultaat.

Product 422 Lokaal onderwijsbeleid - lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 72.000 op de lasten zijn:

• € 187.000 nadeel onderwijsachterstandenbeleid door de start van drie nieuwe initiatieven voor voor- en vroegschoolse educatie. Hierdoor € 187.000 hogere baten. Het saldo van de lasten en baten onderwijsachterstandenbeleid komt ten laste van de rijksuitkering.
• € 41.000 incidenteel voordeel subsidieregeling peuteropvang
• € 55.000 incidenteel nadeel leerlingenvervoer. Ten opzichte van de begroting 2020 is de begroting 2021 €369.500 verlaagd op basis van de cijfers zoals bekend bij het opstellen van de begroting 2021. In werkelijkheid zijn de kosten € 112.000 lager. Daardoor is een nadeel ontstaan. Bovendien is de COVID bijdrage voor lockdown 1 en 2 2020 in 2021 afgerond.
• € 93.000 nadeel bij het project leerplicht RMC doordat de salariskosten voor een groter deel zijn toegerekend aan dit project.. Het saldo van de lasten en baten Leerplicht RMC komt ten laste van de rijksuitkering dus ook hogere baten.

Product 422 Lokaal onderwijsbeleid - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 73.000 op de baten zijn:

• € 187.000 nadeel onderwijsachterstandenbeleid en € 101.000 voordeel RMC zoals toegelicht bij de lasten.

Product 530 Sport - lasten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 124.000 op de lasten zijn:

• € 150.000 voordeel lagere kapitaallasten doordat een groot aantal projecten doorlopen naar 2022. De kapitaallasten worden voor een groot deel onttrokken aan de reserve. Er wordt dus ook minder onttrokken aan de reserve dan geraamd.
• € 49.000 nadeel kosten Hanzehal voornamelijk veroorzaakt door hogere energiekosten
• € 12.000 voordeel  uitgaven sporthal de Kei. Voor deze sportaccommodatie is nog geen duidelijkheid over de BTW positie. In de begroting is de BTW niet meegenomen, in de werkelijke cijfers wel. Deze BTW wordt via de specifieke uitkering stimulering Sport terug ontvangen.
• € 17.000 nadeel uitgaven sportvelden
• € 27.000 voordeel  jeugdsubsidieregeling sport
• € 50.000 incidenteel nadeel  Sportpark Zuidveen. Voor de integratie van het sportpark met de omgeving, sporten de wijk in en wijkvoorzieningen op het sportpark heeft de provincie Gelderland geld beschikbaar gesteld. Dit project heeft tot juni 2020 stilgelegen daarom heeft de provincie heeft de subsidietermijn verlengd. Hierdoor zijn de lasten en baten in 2021 € 50.000 hoger.
• € 173.000 incidenteel nadeel voor de oprichting van het sport en accommodatie bedrijf Sport B.V. heeft inhuur plaatsgevonden. In het Businessplan oprichting Sport- en accommodatiebedrijf is € 75.000 opgenomen voor implementatiekosten. Dit bedrag is niet opgenomen in de gemeentelijke begroting.
• € 30.000 voordeel buurtsportcoaches. In 2021was er geen buurtsportcoach via de GGD actief en is er geen alternatieve invulling gegeven aan de taken die de GGD uitvoerde in 2021.Vanaf 2022 worden deze taken uitgevoerd door ZSA.

Product 530 Sport - baten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 292.000 op de baten zijn:

• € 114.000 incidenteel voordeel Hanzehal doordat de huur en exploitatievergoedingen voor de kantine en de kegelbanen 2020 verwerkt zijn in 2021
• € 50.0000 incidenteel hogere inkomst sportpark Zuidveen vanwege een provinciale subsidie. Tegenover deze hogere inkomsten staan ook hogere lasten.
• € 59.000 incidenteel hogere inkomst specifieke uitkering stimulering Sport. Omdat de btw-vrijstelling sport is verruimd waardoor de btw met ingang van 1-1-2019 de kostprijs verhoogd kan de gemeente ter compensatie een subsidie aanvragen. De hoogte van deze subsidie wordt bepaald door de werkelijk met btw belaste uitgaven.
• € 58.000 incidenteel voordeel ontvangen subsidie Sportakkoord.

Product 600 Uitstroombevordering - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van €1.305.000 op de lasten zijn:

• € 770.000 incidenteel voordeel vanwege nog niet ingezette middelen voor de meerjarige projecten die worden gedekt uit de reserve. Dit betreffen het investeringsprogramma sociaal domein (begroot € 650.000) en doorontwikkeling sociaal domein (begroot € 519.000). De reserve investeringsprogramma sociaal domein is bij de resultaat bestemming in 2020 ingesteld. De reserve doorontwikkeling sociaal domein  is conform Raadsbesluit 04-11-2019 ingesteld voor dit doel (Griffienummer: 2019-0089). De restant uitgaven worden gedaan in 2022. Het voordeel aan de lastenkant heeft een lagere onttrekking van de reserve tot gevolg.
• € 40.000 incidenteel voordeel vanwege minder uitgaven voor het project werkmakers. De raming van het project is volledig opgenomen voor € 80.000 terwijl de gelden niet in één jaar worden uitgegeven maar in 2021 en 2022. Tegenover dit voordeel ontstaat een nadeel op de baten van idem € 40.000 waardoor de afwijking per saldo nul is.
• € 210.000 incidenteel voordeel vanwege een eenmalige afrekening van de GR Delta (Burap 1 gemeld). Het voordeel is het gevolg van de incidentele afrekening compensatie van betaalde transitievergoedingen voor medewerkers die uit de Wsw zijn gestroomd.
  De intentie was om een deel van het incidentele voordeel in te zetten voor integraal werken in het sociaal domein. Het budget is gereserveerd voor ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding (WerktMee). De instroom van toetreders heeft zich in 2021 nog niet voorgedaan, de invoering van de budgetplafonds binnen de Wmo geven hiervoor een mogelijke verklaring, een opgelegd budgetplafond kan voor zorgaanbieders aanleiding zijn geweest om niet op nieuwe producten in te willen zetten.   
• € 50.000 voordeel vanwege iets lagere salariskosten van de Wsw, op het totaal begrote bedrag aan salariskosten van ruim € 9 miljoen is een voordeel ontstaat van circa € 50.000. (Burap 2 gemeld)
• € 95.000 voordeel participatie budget. Er zijn minder uitgaven op de diverse onderdelen van het participatie budget, waaronder scholingsuitgaven, reis- en verblijfskosten en medische adviezen, dit ligt iets hoger dan in de Burap gemeld.
• € 59.000 voordeel afrekening met buitengemeente. De daadwerkelijke afrekening valt lager uit. De afrekening vindt plaats op basis van de aangeleverde realisatiecijfers standaard eenheid (SE) Wsw. (Burap 2 actualisatie)
• € 45.000 minder uitgaven overige personeelskosten Wsw. Deze onderbesteding komt voornamelijk omdat de focus de laatste maanden van 2021 primair was gericht op het continueren van werkzaamheden voor de Wsw doelgroep vanaf 2022.  Hierdoor verschuiven een aantal prioriteiten die in 2022 worden uitgevoerd. (Burap 2 actualisatie)

Product 600 Uitstroombevordering - baten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 103.000 op de baten zijn:

• € 75.000 betreft een incidenteel voordeel vanwege ontvangen gelden voor Lager Inkomens Voordeel (LIV). De lager inkomens voordeel over 2020 is in 2021 ontvangen. (Burap 2)
• € 40.000 betreft een hogere inkomst vanuit detacheringsvergoedingen. De werkelijke detacheringsvergoedingen zijn hoger dan oorspronkelijk geraamd. Geraamd was een inkomst van € 1.25 miljoen en er is in rekening gebracht € 1.29 miljoen, in 2021 is ingezet op het terugdringen van het aantal medewerkers dat is gedetacheerd tegen nultarief.   

Product 600 uitstroombevordering – baten mutaties reserves

• € 772.000 incidenteel nadeel vanwege lagere onttrekkingen aan de reserve sociaal domein en de reseve doorontwikkeling sociaal domein. Omdat 2 meerjarige projecten nog niet zijn afgerond wordt er ook minder onttrokken aan de reserves die hiervoor als dekking worden ingezet. Dit betreffen nog niet ingezette middelen voor de meerjarige projecten die worden gedekt uit de reserves. De reserve investeringsprogramma sociaal domein is bij de resultaat bestemming in 2020 ingesteld. De reserve doorontwikkeling sociaal domein  is conform Raadsbesluit 04-11-2019 ingesteld voor dit doel (Griffienummer: 2019-0089). De restant uitgaven worden gedaan in 2022.

Product 605 Minimabeleid - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 248.000 op de lasten zijn:

• € 683.000 incidenteel nadeel ten opzichte van de begroting vanwege de uitgaven voor de TONK regeling vanwege corona. Tegenover deze extra lasten staan baten in programma 6. (Burap 1 en 2 2021)
• € 211.000 voordeel op de Meedoen-regeling en het Kindpakket. In 2021 heeft Covid wederom effecten gehad op de uitgaven van het minimabeleid. De sluiting van sportscholen en zwembaden i.v.m. Covid, het tijdelijk stilleggen van de verschillende activiteiten, verklaart waarom er minder aanvragen voor de Meedoen-regeling en het Kindpakket zijn. (Burap 1, 2 en 2 actulisatie 2021)
• € 760.000 voordeel op bijzondere bijstand. Onder andere als gevolg van de coronacrisis doet  ook in 2021 een aantal kosten waarvoor bijzondere bijstand verstrekt kan worden, zich tijdelijk minder voor. Ondanks inspanningen door middel van een communicatieoffensief en enige versoepeling van de coronamaatregelen in enkele maanden in 2021 is er nauwelijks een toename van het aantal aanvragen geweest. Inlooplocaties, waaronder de Henri Dunantweg en wijkcentra, zijn het hele jaar niet of beperkt toegankelijk geweest voor inwoners. Vooral de onverwachte lockdown in het laatste kwartaal van het jaar heeft veel acties om het bereik te vergroten teniet gedaan. Omdat de uitgaven voor minimabeleid achterblijven op de begroting gaan we in 2022 de middelen deels op een andere wijze inzetten: een herziene gemeentepolis en innovatief schuldenbeleid om daarmee armoede te voorkomen. (Burap 1, 2 en 2 actualisatie)

Product 605 Minimabeleid - baten
De belangrijkste verklaring voor het voordeel van € 46.000 op de baten  is:  

• € 46.000 hogere baten wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere ontvangsten vanuit de leenbijstand. De hogere ontvangsten vanuit leenbijstand zijn het gevolg van de invoering van de aanvullende versoberingen op het minimabeleid in 2020 (duurzame gebruiksgoederen worden als lening verstrekt).

Product 610 Inkomstenvoorziening - lasten
De belangrijkste verklaringen voor het nadeel van € 1.274.000 op de lasten zijn:

• € 2.606.000 incidenteel nadeel vanwege de TOZO regeling. Zie ook de toelichting onder de baten. Het voordelig saldo op de TOZO regeling ad € 220.000 betreft een bijdrage vanuit het Rijk voor de uitvoeringskosten van de TOZO regeling. Door een effectieve en kostenefficiënte uitvoering van de TOZO is op de uitvoeringskosten een voordeel gerealiseerd. Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld het saldo bedrag in de bestemmingsreserve Corona te storten.
• € 853.000 voordeel op de bijstandsuitkeringen. Bij het opstellen van de begroting in 2020 is uitgegaan van de landelijke prognose (CBS) dat het aantal bijstandsuitkeringen met 6-8% toeneemt. De coronacrisis was toen net uitgebroken en de inschatting was dat dit een aanzienlijke groei van het aantal bijstandsuitkeringen tot gevolg zou hebben. In werkelijkheid blijkt dat deze toename in het aantal bijstandsuitkeringen in 2021 is uitgebleven. Op de totale bijstandslasten van ruim € 21 miljoen is dit een afwijking van circa 4%. Overigens ontstaat ten opzichte van de gemeentebegroting een voordeel. Echter wanneer we de gebundelde uitkering (Rijksbijdrage bijstand) afzetten tegen de werkelijke bijstandslasten zijn we nog steeds een nadeelgemeente. (Burap 2 actualisatie)
• € 152.000 voordeel vanwege lagere dotatie aan de voorzieningen dubieuze debiteuren sociale zaken. In de begroting is rekening gehouden met een dotatie aan de voorziening. Aan het einde van het jaar wordt op basis van de werkelijke uitstaande vorderingen bepaald wat de dotatie aan de voorziening moet zijn. De actualisatie van de voorziening wijkt altijd af van de raming.
• € 327.000 voordeel apparaatslasten. Dit voordeel valt weg tegen voor- en nadelen op de apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein. De salariskosten worden op grond van BBV voorschriften toegerekend aan de verschillende producten.

Product 610 Inkomstenvoorziening- baten   
De belangrijkste verklaringen voor het voordeel van € 3.216.000 op de baten zijn:

• € 2.819.000 incidenteel voordeel vanwege de Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers (Tozo).  Zie ook de toelichting onder de baten. Het voordelig saldo op de Tozo ad
  €220.000 betreft een bijdrage vanuit het Rijk voor de uitvoeringskosten van de Tozo. Door een effectieve en kostenefficiënte uitvoering van de Tozo is op de uitvoeringskosten een voordeel gerealiseerd. Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld het saldo bedrag in de bestemmingsreserve Corona te storten.
• € 247.000 voordeel door een hogere rijksbijdrage gebundelde uitkering. De gebundelde uitkering wordt ieder jaar eind september definitief voor het betreffende boekjaar. In 2021 is het definitieve macrobudget hoger dan wat in de primitieve begroting is opgenomen. Voor de Gemeente Zutphen is de uitkering 2021 definitief vastgesteld op 19.7 miljoen. (Burap 2 actualisatie)
• € 72.000 voordeel vanwege vrijval voorziening sociaal domein. Dit voordeel is ontstaat omdat een deel van de voorziening is vrijgevallen wegens oninbaar verklaarde debiteuren.
• € 78.000 voordeel apparaatslasten. Dit voordeel valt weg tegen voor- en nadelen op de apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein. De salariskosten worden op grond van BBV voorschriften toegerekend aan de verschillende producten.

Product 620 Maatschappelijk Zorg - lasten

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 29.000 op de lasten zijn:

• € 532.000 nadeel Begeleiding, Respijt & Verzorging. De verplichting 2020 is € 79.000 te laag gebleken na het ontvangen van alle productie-en controleverklaringen. Dit bleek uit de extra controle in verband met de afspraken over coronabijdragen. Hieruit bleek dat aanbieders niet alles over 2020 juist hadden gedeclareerd. Dit zorgde voor extra declaraties over 2020 in 2021. Dit geeft een nadeel in 2021. (Burap 1 actualisatie).
  De oorzaak van het tekort is dat meerder aanbieders boven het budgetplafond hebben gefactureerd, onder andere omdat het budgetplafond bij een deel van de aanbieders aantoonbaar te laag is vastgesteld (de in 2020 vastgestelde budgetplafonds weken af van de productieverklaringen begin 2021). Waar nodig zijn de budgetten opgehoogd om te zorgen dat de noodzakelijke zorg kon worden voortgezet. Daarnaast hebben we meerkosten aan contractmanagement (Burap 2).  
  Er is een voordeel van € 23.000 ontstaan door het niet uitnutten van het innovatiebudget voor de invoering van Werkt Mee producten.  De invoering is later op gang gekomen dan verwacht.
• € 135.000 nadeel huishoudelijke zorg. De verplichting 2020 is € 43.000 te laag gebleken na het ontvangen van alle productie- en controleverklaringen. Dit geeft een nadeel in 2021. Doordat Corona langer aanhoudt dan verwacht, lijkt de verwachte cliëntengroei minder hoog uit te vallen. We zien wel dat indicaties van sommige cliënten (tijdelijk) opgehoogd worden als gevolg van toegenomen beperkingen door Long COVID. In de algemene uitkering hebben we compensatie van het rijk ontvangen voor onder andere deze Coronaeffecten (programma 6). De indexering van de tarieven was iets minder hoog dan begroot.  Hierdoor is er, ondanks dat de was-en strijkservice geen doorgang vindt, sprake van een relatief laag tekort op het budget Huishoudelijke Zorg. (Burap 1 en Burap 1 actualisatie)
• € 26.000 incidenteel nadeel continuiteitsbijdrage en meerkostenregelng corona 2020 voor huishoudelijke zorg en begeleiding. Dit nadeel wordt gedekt uit de reserve coronaeffecten.
• € 120.000 voordeel individuele hulpmiddelen. Mensen (en dan vooral de kwetsbare inwoners) gingen er minder vaak op uit door Corona en dat is terug te zien in het verminderde aantal aanvragen voor een rolstoel of een vervoersvoorziening. Het indexatiepercentage is daar in tegen hoger dan waarmee in de begroting rekening is gehouden (3,2%, begroot 1,6%). (Burap 1).
•  €323.000 voordeel vraagafhankelijk vervoer. Het resultaat is conform de verwachte jaarcijfers Plus OV. Het verwachte voordeel in 2021 wordt verklaard door minder gereden ritten als gevolg van de Covid 19 pandemie. Op grond hiervan heeft Plus OV het 4e kwartaal niet geïnd bij de gemeenten. Daarnaast wordt het voordeel voor € 87.000 veroorzaakt door een voordeel jaarrekening Plus OV 2020. Een klein deel van het voordeel a € 26.000 wordt veroorzaakt door een gedeeltelijke vrijval reserve uittreding Plus OV (Burap 1actualisatie en Burap 2 actualisatie).
• € 41.000 voordeel vervoer dagbesteding (burap 1 actualisatie)
• € 172.00 incidenteel voordeel Beschermd wonen. In 2021 zijn er minder uitgaven gedaan ten behoeve van Beschermd wonen. Dit voordeel valt weg tegen een lagere onttrekking aan de beklemde middelen Beschermd wonen bij de baten.
• € 21.600 structureel voordeel Asielzoekerscentrum Voorsterallee door het niet inzetten van het budget voor calamiteiten. Het budget is alleen ingezet voor een jaarlijks onderzoek.
• € 60.000 incidenteel voordeel sluitende aanpak personen met verward gedrag. De loonkosten voor team veiligheid voor procesregie, verkennend onderzoek en ondersteuning is ten laste gebracht van de loonsom (zie product 140).
• € 13.500 voordeel Zutphen regenbooggemeente. In 2021 zijn minder uitgave gedaan ten behoeve van Regenbooggemeente Zutphen. Dit voordeel valt weg tegen een lagere onttrekking aan de reserve regenboog gemeente.
• € 31.000 incidenteel voordeel thematafel eenzaamheid. Afgelopen zomer is een breed gedragen plan van aanpak vastgesteld. Op basis van het plan van aanpak is een aantal activiteiten uitgewerkt, maar de tijdspanne was te kort om deze volledig in 2021 uit te voeren.
• € 167.000 nadeel apparaatslasten. Dit nadeel valt weg tegen de voordelen op apparaatslasten op andere producten binnen het Sociaal Domein.

Product 620 Maatschappelijk Zorg - baten

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 190.000 op de baten zijn:

• € 28.000 nadeel reizigersbijdrage vraagafhankelijk vervoer (Plus OV)
• € 13.500 incidenteel nadeel regenboog reserve. Door minder uit te geven in 2021 aan de regenbooggemeente is er een lagere onttrekking aan de reserve. Dit nadeel leidt 1 op 1 tot een voordeel bij de lasten.
• € 172.000 incidenteel nadeel Beschermd wonen. Door minder uit te geven in 2021 is er een lagere onttrekking aan de beklemde middelen Beschermd wonen. Dit nadeel leidt 1 op 1 tot een voordeel bij de lasten.

• € 26.000 incidenteel voordeel Reserve coronaeffecten. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel bij de lasten.

Product 631 Sociaal cultureel werk - lasten   

De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 274.000 op de lasten zijn:

• € € 275.000 incidenteel nadeel het Warnshuus. Het toekennen van een eenmalige exploitatiebijdrage over de jaren 2019, 2020 en 2021 levert een nadeel op. Door de toekennen kan de huurachterstand ingelost worden en is de exploitatie tot en met 2021 sluiten. Het Warnshuus gaat nu schuldenvrij over naar het sportbedrijf. (Burap 2 actualisatie gemeld in programma 5)

Product 631 Sociaal cultureel werk - baten   
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.

Product 650 Kinderopvang - lasten
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.
Product 650 Kinderopvang – baten
Op dit product zijn geen grote financiële afwijkingen gerealiseerd.

Product 710 Volksgezondheid - lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 181.000 op de lasten zijn:

• € € 42.000 incidenteel voordeel Jeugdbescherming veilig thuis. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel in de baten.
• € 128.000 Preventie jeugd. Dit deels incidentele voordeel bestaat o.a. uit een voordeel op # opladers van € 26.000, een onderbenutting van het communicatiebudget van 15.000 en het minder nodig hebben gehad van het budget huisartsenpilots.
• € 55.200 deels incidenteel voordeel thematafel gezond in de stad.  Dit voordeel is ontstaan doordat in 2021 met succes middelen bij het Rijk zijn aangevraagd voor het lokale preventie akkoord. Een deel van dit voordeel leidt tot een nadeel in de baten (Burap 2 actualisatie).
• € 64.600 incidenteel voordeel thematafel opvoed en opgroei ondersteuning. Dit voordeel is ontstaan door teruggave van subsidies over het jaar 2020 bij partners vanwege het niet volledig uitvoeren van de afgesproken activiteiten (Burap 2 actualisatie).
• €275.000 incidenteel nadeel Corona uitgaven. Dit betreft onder andere het verlenen van subsidie voor extra jongerenwerk inzet in Coronatijd. Dit nadeel wordt gedekt uit de reserve corona-effecten.
• € 107.000 incidenteel voordeel thematafel schooluitval-werkloosheid. Extra uitgaven werden verwacht i.v.m. extra binnen gekomen middelen van derden. Deze uitgaven schuiven echter door naar 2022. Dit voordeel leidt 1 op 1 tot een nadeel bij de baten.

Product 710 Volksgezondheid - baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van € 81.000 op de baten zijn:

• € € 62.200 incidenteel nadeel in verband met een lagere onttrekking uit de reserve. Dit nadeel valt 1 op 1 weg tegen een voordeel in de lasten (Jeugdbescherming veilig thuis en thematafel gezond in de stad)
• € 97.500 incidenteel nadeel i.v.m. met het niet inzetten van de van derden ontvangen beklemde middelen. Deze opbrengsten zullen ten gunste van 2022 komen. Zie voordeel bij de lasten.

Product 423 Volwasseneneducatie - lasten

De belangrijkste verklaring voor het voordeel van € 53.000 op de laten is:

• € 53.000 incidenteel voordeel vanwege lagere uitgaven ten behoeve van taalhuis. Er zijn minder uitgaven geweest door nadere afspraken over kwaliteit en resultaat.

Product 423 Volwasseneneducatie- baten
Aan de batenkant van dit product zijn geen afwijkingen gerealiseerd.