Toelichting product Algemene uitkering
Product 921 Algemene uitkeringen - lasten
Is niet van toepassing op de algemene uitkering.
Product 921 Algemene uitkeringen - baten
De Algemene uitkering in de begroting 2021 is in 2020 berekend op basis van de meicirculaire 2020. In de jaarrekening 2021 is de Algemene uitkering opgenomen gebaseerd op de decembercirculaire 2021. Tussen beide genoemde momenten zijn diverse circulaires verschenen die van invloed zijn geweest op de omvang van de Algemene uitkering. In casu gaat het om de septembercirculaire 2020, decembercirculaire 2020, meicirculaire 2021 en septembercirculaire 2021. Daarnaast zijn er een aantal extra circulaires geweest die gerelateerd zijn aan coronamaatregelen.
Uitkeringsfactor
Als verdeelmiddel voor de bijdragen aan de gemeenten wordt onder andere de zogenoemde uitkeringsfactor gebruikt. Het Rijk kan deze factor (punten) verhogen of verlagen en heeft daarmee invloed op de hoogte van de uit te keren bedragen. Voor onze gemeente is 1 factorpunt plm. € 57.000. Overigens geldt de uitkeringsfactor niet voor bijvoorbeeld de diverse decentralisatie-uitkeringen en participatie en voogdij 18+.
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van € 7.648.000 zijn:
- € 3.838.000 incidenteel voordeel coronamaatregelen
Als gevolg van de coronacrisis hebben gemeenten ook in 2021 extra kosten gemaakt en inkomsten mis gelopen. Dit heeft weer gevolgen voor de financiële positie van de gemeenten. Het Rijk heeft daarom besloten ook in 2021 compensatie te verstrekken via de algemene uitkering. In totaliteit is over het begrotingsjaar 2021 incidenteel € 3.838.000 ontvangen. Deze financiële middelen zijn gekoppeld aan “corona-compensatie”, toch is de besteding volledig vrij en is geen verantwoording nodig.
- € 140.000 voordeel diverse decentralisatie-uitkeringen
Gedurende het afgelopen jaardoor zijn door het Rijk weer diverse mutaties doorgevoerd met betrekking tot zogenoemde decentralisatie-uitkeringen (DU). Nieuwe DU’s ingesteld en toegevoegd aan de algemene uitkering of bestaande DU’s gewijzigd. Verwerkingen hiervan in een Decembercirculaire kunnen gelet op de wettelijke termijn, niet meer omgezet worden in een begrotingswijziging voor het betreffende begrotingsjaar. Tegenover deze (gewijzigde) rijksbijdragen staan veelal uitvoeringskosten.
Het betreft de volgende onderwerpen:
Decentralisatie-uitkeringen | Bedrag |
---|---|
Fac. besluit opvangcentra | 13.000 |
Jeugdhulp kinderen in een AZC | -20.000 |
Maatschappelijke begeleiding | 43.000 |
Alg Inburgering | 12.000 |
Brede aanpak dak - en thuisloosheid | 32.000 |
Kerkenvisies | 25.000 |
Versterking omgevingsveiligheidsdiensten | 10.000 |
Jeugd aan zet | 10.000 |
Heroriëntatie zelfstandigen | 15.000 |
totaal | 140.000 |
- € 120.000 incidenteel voordeel voorgaande jaren.
De omvang van de algemene uitkering is voor een deel afhankelijk van de hoogte van de rijksuitgaven. Deze rijksuitgaven en de diverse berekeningsmaatstaven zijn niet kort na het einde van ieder begrotingsjaar definitief bekend. Daardoor vinden achteraf nog, soms zelfs na enige jaren, verrekeningen plaats. In 2021 kreeg Zutphen over het jaar 2019 nog een bedrag extra van € 98.000 en over 2020 € 11.000, in totaliteit € 120.000 voordeel. Met deze nabetalingen kon geen rekening gehouden worden in het begrotingsjaar 2021.
- € 59.000 voordeel integratie-uitkering Participatie en Voogdij/18+ (excl. coronacompensatie)
Onder deze noemer zijn mutaties opgenomen in de integratie-uitkering ten behoeve van de 3 D’s in het sociaal domein. Met betrekking tot Participatie is de hogere bijdrage € 5.000 (€ 240.000 waarvan € 235.000 betrekking heeft op coronacompensatie) en voor Voogdij/18+ € 54.000.
- € 3.491.000 voordeel op algemene onderdelen
De grootste verschillen zijn ontstaan als gevolg van mutaties van in de zogenoemde uitkeringsbasis (€ 568.000), mutaties uitkeringsfactor (€ 1.420.000) en hoeveelheidsverschillen (€ 724.000). Het restant bestaat uit allerlei taakmutaties en kleinere verrekeningen en afrondingen.
Als door landelijke accresontwikkeling (groei) de omvang van het Gemeentefonds groter wordt de Algemene uitkering ook hoger. Per gemeente is de uitkomst verschillend. Dit hangt dan weer samen met bijvoorbeeld aantallen inwoners, leerlingen, bijstandsgerechtigden etc. (de hoeveelheidsverschillen).